Het rijksmuseum met Ruud en Nahid

Het rijksmuseum met Ruud en Nahid

We kijken naar de geheimen in de schilderijen van Rembrandt en Vermeer in de eregalerij van het Rijksmuseum. Waaraan zie je dat het melkmeisje vaak buiten is? Wat zegt de schaduw van de hand op de Nachtwacht?

Nahid is voor het eerst in het museum, net als zijn moeder die mee is. Ze vinden alles prachtig. Van opwinding krijgt Nahid een aanval midden tussen de schilderijen. Zo is hij in het museum, zo is hij even weg….

Tja, dat gebeurt soms, en dus ook als wij aan het werk zijn. Kunstenaar Ruud schrikt er niet van, maar neemt wel even  een pauze zodat Nahid rustig terug kan komen.

Daarna gaan we schilderen in het atelier van Ruud.

Aan de muur hangt het schilderij waar Mick aan bezig is (zie vorige blog). Hij is met allerlei pigmenten zwart bezig. Nu met Mummie zwart.

TEMPURA

Nahid en Mick maken allebei hun eigen verf. Tempera heet dat. Het woord tempera komt van het Latijnse temperare dat mengen betekent. Men denkt dat tempera in de Romeinse tijd is uitgevonden in Egypte. Vóór de uitvinding van olieverf werd tempera veel gebruikt voor schilderijen en het verluchtigen van manuscripten. Iconen worden traditiegetrouw nog steeds met tempera geschilderd. De meest gebruikte tempera is de ei-tempera.

TECHNIEK

Christusicoon, toegeschreven aan Andrej Roeblov (ca. 1360-70 – ca. 1430), geschilderd met tempera.

Tempera wordt gemaakt door het met de hand of met een stamper in een vijzel samenwrijven van droge, poedervormige pigmenten, vermengd met eidooier en water. Als de tempera droogt, verdampt eerst het water, waarna de eiwitten denatureren en niet meer in water oplosbaar zijn. De olie verandert chemisch niet bij het droogproces, maar houdt de verflaag soepel. Schilderijen gemaakt met tempera hebben de eeuwen doorstaan.